donderdag 24 augustus 2017

Van het padje

Wilka’s riem om mijn nek, haar tuig over mijn schouder, taststok vooruit en daar gaan we weer. Op naar rondje nummer ... Tja, hoeveel zouden het er inmiddels zijn? Ik woon nu al drie jaar in deze wijk en dit bosje is zo’n beetje dagelijks kost, dus reken maar uit. In die jaren is er een hoop veranderd. Van een prima pad transformeerde het in een moeras, waarbij kniehoge laarzen geen overbodige luxe waren. Leuk hoor, die grote machines waarmee ze bomen kappen en het hout vervoeren. Ik wist echter al snel hoe ik de grootste waterplassen kon vermijden – en als ik dat even vergat, herinnerden Wilka’s gespetter of natte voeten mij daar wel aan. Langzaam maar zeker werd het pad begaanbaarder en troffen we naast andere loslopende honden ook weer loslopende ouderen. Nu zijn de paden zelfs gladgetrokken en hoef ik na een flinke regenbui niet zo meer op te letten. Mijn voeten vinden het echter maar raar dat het pad ineens niet meer doet wat ze verwachten. Ergens is dat strakke ook bijna saai, te onnatuurlijk in dit stukje wijknatuur rond de koeienwei.
 
Maar dan, na een half rondje, valt mijn oog ineens op een grote, lichte vlek, zo opvallend dat die wel nieuw moet zijn. En wat het nog interessanter maakt: het contrast doet me denken aan het ineens veel lichter uitziende, opgeknapte zijpad naar rechts dat ik net passeerde. Zou het?
 
Dat er zijpaden naar links waren wist ik al dankzij een medewandelaar, maar hij voegde er destijds meteen aan toe dat ik daar een overdaad aan brandnetels zou treffen. Hoewel ik waarschuwingen als deze nog weleens met een korreltje zout neem, overtuigde het feit dat ik de zijpaden hoorde, zag noch voelde me ervan hen ook niet te gaan zoeken. Maar nu wint de nieuwsgierigheid alsnog. Ik zet gretig een paar stappen en dan hoor ik het. Leegte, waar voorheen mijn voetstappen werden weerkaatst. Ik heb geen idee waar het pad heen leidt – als het een pad is en niet alleen leeggekapt terrein -, maar ik weet wel hoe ik dat kan ontdekken. Ik sla linksaf.
 
Na een paar passen blijf ik verwonderd staan. Ik hoor stilte waar ik langsrazende hondenpootjes had verwacht. Normaal gesproken is nieuw stuiterterrein voor Wilka immers reden genoeg om volledig uit haar dak te gaan en dit rondje moet zij toch ook al lang en breed beu zijn. Ik kijk om en jawel, ik registreer een donkere vlek op het pad. Daar staat ze, als een standbeeld. Ik hoef niet te kunnen zien om haar blik te raden. ‘Waar is ze in vredesnaam mee bezig? Is ze na al die jaren nu ineens de weg kwijt? Het zou niet de eerste keer zijn dat ik haar tussen de bomen vandaan moet plukken...’
 
Ik loop tastend met stok en voeten door, mijn oren gespitst. Vooralsnog wordt mijn hoop bevestigd. Ik ben de weg niet kwijt, ik heb hem juist gevonden. “Kom!” roep ik over mijn schouder. Meer aanmoediging heeft ze niet nodig. Vanuit het niets schiet ze in volle vaart langs me heen, de nieuwe geurtjes tegemoet.
 
Na een tijdje wordt het pad smaller en smaller en kan ik de vegetatie niet meer ontwijken. Een licht tintelend gevoel laat me weten dat brandnetels of doorns van beide kanten proberen door mijn spijkerbroek heen te dringen. Ter nauwernood onderdruk ik de stompzinnige reflex om mijn handen uit te steken en te kijken of het echt zo’n vaart loopt. Misschien wordt het zo weer beter, bedenk ik, en zet nog even door. Met een achteloos vooruit geworpen blik de situatie inschatten, wat moet dat handig zijn! Wat teleurgesteld keer ik om en laat mijn benen het pad – of beter gezegd de begroeiing - volgen, mijn blote armen geheven om de dreigende groene massa te vermijden. Even later kan mijn stok het voorwerk weer doen.
 
En Wilka? Die begint op zijn kleuters keihard rondjes te racen. Het was kort maar krachtig, maar zij heeft de tijd van haar leven. Ik kan er echter geen genoegen mee nemen. Terwijl ik het pad weer bereik dat al zoveel van mijn voetsporen heeft gekend, vraag ik me af hoe vaak ik dat stukje heen en weer zal moeten lopen voor het pad verder is opgeknapt. Want waar dat pad heen gaat, dat moet en zal ik verdorie weten ook!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten