woensdag 20 september 2017

Netwerken

In een onbekende ruimte op onbekende mensen afstappen wier houding, huidige activiteit en gezichtsuitdrukking al even onbekend zijn, terwijl ik ruimte noch mensen zie. Dat is voor mij een netwerkbijeenkomst. Gêne, flaters, ongemak en onhandigheid liggen dreigend op de loer. Kijken en non-verbale communicatie lijken ineens o zo belangrijk. Kortom, geen enkele reden om niet te gaan.
 
Stemmen
En dus sta ik samen met geleidehond Wilka in de deuropening van de Lindenberg, waar ‘So you think you can match?’ plaatsvindt. Dit evenement voor werkgevers en werkzoekenden is een initiatief van ION (Inclusief Ondernemers Netwerk). Ik spits mijn oren, hopend op geluiden van een rij, een balie, iemand die uitleg geeft en dus medewerker is. Maar ik hoor alleen maar stemmen, overal stemmen. Wilka weet ook niet wat ze moet en ik concludeer dat zij geen duidelijk pad ziet. Oké, door naar plan b. “Sorry, mag ik iets vragen?”
 
Druk pratend en ervaringen uitwisselend lopen we de zaal in. Zo snel gaat dat dus, dat netwerken. De twee meiden die ik aansprak – dat het twee meiden waren wist ik pas toen ons gesprek begon – zoeken een praktische plek voor mij en Wilka. Vanaf de eerste rij in de theaterzaal luister ik naar de show over perfecte matches, terwijl Wilka volkomen ontspannen naast me ligt. Ja echt, je leest het goed: mijn kleuter ligt heerlijk te suffen in een theaterzaal, alsof ze nooit anders heeft gedaan (lees in deze blog over Wilka’s theaterangst en begrijp waarom ik vandaag extra trots ben op complimentjes over haar voorbeeldige gedrag).
 
Spons
Na de show gaan werkgevers en werknemers in groepjes met elkaar in gesprek, op jacht naar goede matches - een vervolggesprek, tips, iemand uit hun netwerk die verder kan helpen. Ik heb geen idee waar de personen zijn gebleven die ik graag wil spreken. Zodra ik overeind kom, staat er echter al een werkgever naast me, die met één zin de drempel om om hulp te vragen wegneemt en de regie nog bij mij laat ook. Die vraag vat meteen de kern van de hele dag samen. “Waar wil jij naartoe?”
 
Ik stel vragen, krijg informatie, maak matches als ieder ander. Als een spons zuig ik daarnaast verhalen op. Een jongen die niet in dit land is geboren en zijn eerste voorzichtige stapjes in sollicitatieland zet. Hoe hij aarzelt om Nederlands te spreken, maar desalniettemin als eerste opstaat om zijn verhaal te doen. Hoe een ander moeite heeft met grote groepen mensen en letterlijk ziek was van de zenuwen, maar toch aanwezig is omdat ze zo graag weer aan de slag wil, wat wil bijdragen, onafhankelijk wil zijn. Hoe pijn en vermoeidheid een derde er niet van weerhouden haar droom na te jagen.
 
Ballast
Ik krijg een seintje als ik aan de beurt ben, mijn gegevens worden door een werkgever op een formulier ingevuld en iemand houdt in de gaten of ik mijn stoel terugvind. Ik weet het, het zijn maar kleine dingen. En dat is nu juist het mooie. Er is maar zo weinig nodig om mij en alle individuen te laten doen waar we goed in zijn, te laten groeien, te tonen wat we in huis hebben. Sterker nog, er is maar één klein dingetje nodig: het afwerpen van al die labels, stickers, hokjes. En wat voel ik me licht zonder al die ballast! Even zie ik hoe het overal op de werkvloer zou kunnen zijn.
 
Communiceren, dat is toch wel het sleutelwoord. Ik geniet ervan te zien waar een open houding en heldere woorden toe leiden. Inspirerende gesprekken, nieuwe inzichten, beter resultaat. Dat is geen rooskleurig toekomstbeeld, maar eigen werkervaring. Ik kan niet wachten om meer van die toffe werkplekken te ontdekken en samen met collega’s te kijken wat communicatie verder voor bijzonders kan bewerkstelligen. Want dat ik via die weg nog veel verrassends ga ontdekken en doen, dat weet ik zeker. Maar voor nu doe ik wat ik als tekstschrijver zo graag doe: woorden geven aan deze hoopvolle en motiverende middag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten